Article header background
Terug naar overzicht
Jozef Essing
image

Openbaring van de Heer

Epifanie wil zeggen dat God zich laat zien. Maar de vraag is óf wij die God ook zullen zien.

image

Cathedraal van Amiens (FR) © Lawrence Lew, OP

Wat is het grootste gevaar voor ons geloof?

Zo vraagt Timothy Radcliffe in zijn jongste boek Leven in volheid.Dat God niet meer wordt genoemd in de maatschappij? Dat de kerken leeglopen?“Nee”, zegt hij.

“Het is het temmen van de verbeelding”, van het verlangen, van het zoeken.

Hij bedoelt een godsdienstige praktijk, waaruit de onrust verdwenen isgodsdienst als zegen over je voorspoed, je banksaldo en koopkracht,of godsdienst als stelligheid in de leer, regels en geboden, een godsdienst zonder twijfels,met een neerbuigende blik naar ‘al die dwalenden die van niets weten’;of godsdienst als jezelf in een hemelse wereld afsluiten voor de ellende op aarde.Je wordt niet meer geraakt en uit jezelf getrokken; weg is het avontuur. Je dreigt zelf-voldaan en jezelf-genoeg te worden; je valt op jezelf terug; het leven is eruit.

Levensgroot wordt dit voor ons neergezet in het evangelieverhaal van vandaag:in het contrast tussen godsdienstige Schriftgeleerden in Jeruzalem, gezeten rond Herodes,en heidense magiërs die geboeid raken door een ster en op reis gaan, het onbekende in.De Schriftgeleerden bewaren een kostbare schat: de Schriftendie je de weg wijzen waar je het zoeken moet, waar het om gaat, wil je echt leven.Maar ze slaan de Schriften pas open als zoekers van buiten zich melden met hun vragenen ze doen er zelf niets mee: terwijl die laatsten op weg gaan, blijven zij zitten op hun plek. De magiërs doen het anders, zij wagen zich aan het onbekende, gaan het avontuur aan.Wat die ster ook moge zijn, voor hen wijst het op wat ‘boven’ is, wat boven plannen en berekeningen uitgaat.Het geloof begint met “Trek weg. Ga op reis”. Zo doet Abraham, vader van alle gelovigen.En zo doen die zogeheten ‘ongelovigen’, de magiërs.

image

© Pixabay

Waarom is dat wegtrekken en op reis gaan zo belangrijk?

Epifanie wil zeggen dat God zich laat zien. Maar de vraag is óf wij die God ook zullen zien.Het evangelie zegt: je moet ervoor naar buiten trekken, het bolwerk uit.Want niet in het machtscentrum Jeruzalem bevindt Hij zich, zegt de oude Schriftuur,maar daar waar je niet een koningsverblijf verwacht - in ‘de velden van Bethlehem’niet in de trots van het land, de hoofdstad, maar in een onopvallende buurtschap.Dat is niet toevallig aan deze koning. Integendeel: het zet de toon van zijn bewind.Want zoals zijn verblijf is ook de stijl van zijn optreden:niet als een verre afstandelijke Verhevene, maar Immanu El: een ‘met ons God’,iemand die zegt “kom tot Mij die belast en beladen bent; en Ik zal u opbeuren”,genezend nabij, niet als dokter in smetvrije witte jas, maar door ‘onze smarten te dragen en onze lasten te torsen’.
Ons eigen levenslot met uw geluk verweven
zo zijt Gij onze God, zingt een lied van Oosterhuis.

Het gaat erom ‘langs een andere weg te gaan’ en je los te maken van alles wat Herodes is- machtsdrift, oppervlakkige glamour, het pluche, je eigen veilige bubbel -en op weg te gaan naar het ‘veldhospitaal’ vol mensen in hoop en verlangen, angst en pijn,daar waar geleefd en gestreden wordt, waar mensen met vallen en opstaan de weg zoeken,waar de echte koning zich ophoudt - “voor kleine mensen bereikbaar”, zingt de psalm.Het volstaat niet de heilige boeken te lezen en weer dicht te slaan. De boodschap die uit vroegere tijden - vanuit de Schrift - tot ons komt dient in contact te komen met de ervaringen en het zoeken van mensen nu.De heilige Geest werkt vanuit die twee tegelijk; het moet tot een ontmoeting komen van beiden. Een levensgrote uitdaging.Niet voor niets zingt een Kerstlied van Oosterhuis:
Gij zijt in ons verloren, wij durven U niet aan,
uw stem in onze oren, uw komst in ons bestaan.

Pas in dit samenkomen komt de Schrifttekst ‘van het blad af’, midden in het dagelijks leven.Het ‘oude verhaal’ heeft de ‘eigen verhalen’ van deze tijd nodig, om als actuele boodschap verstaan te worden;en omgekeerd helpt het Schriftwoord als ‘torah’/richtingwijzer om ‘weg te weten’ met de zoektocht en ervaringen van nu.“Vroeger ging ik om ónze God te brengen: wij hadden de ware.Nu ga ik om waar te nemen, hoe de Heilige dáár al is en dat in het licht van het evangelie te duiden”, sprak een missionaris.De kennis van de gelovige en het zoeken van de agnost hebben elkaar nodig, schrijft Halic;ze maken elkaar wakker en houden elkaar scherp.En als het goed is zijn beide in ieder van ons aan het werk.

Op een internationale bijeenkomst van predikbroeders circuleerde deze tekst:

Pas in dit samenkomen komt de Schrifttekst ‘van het blad af’, midden in het dagelijks leven. Het ‘oude verhaal’ heeft de ‘eigen verhalen’ van deze tijd nodig, om als actuele boodschap verstaan te worden; en omgekeerd helpt het Schriftwoord als ‘torah’/richtingwijzer om ‘weg te weten’ met de zoektocht en ervaringen van nu. “Vroeger ging ik om ónze God te brengen: wij hadden de ware. Nu ga ik om waar te nemen, hoe de Heilige dáár al is en dat in het licht van het evangelie te duiden”, sprak een missionaris. De kennis van de gelovige en het zoeken van de agnost hebben elkaar nodig, schrijft Halic; ze maken elkaar wakker en houden elkaar scherp. En als het goed is zijn beide in ieder van ons aan het werk.

Op een internationale bijeenkomst van predikbroeders circuleerde deze tekst:

Vaak wordt gezegd ‘Jezus is het antwoord’,
zonder dat er geluisterd wordt naar de vraag
vanuit het geleefde leven.
Maar wij hebben geen zinnig woord te zeggen
aan mensen in hun levenssituatie,
tenzij wij geraakt worden door hun twijfel,

Wij hebben geen woorden van compassie,
tenzij wij weet hebben
van hun mislukkingen en beproevingen
en deze herkennen als de onze.

Het is de spanning uithouden tussen de wereld van God
en wat daarvan ver verwijderd is.
Dan wordt ons spreken uitgehold
zoals Gods Woord zelf 'vlees werd' en ontledigd.
Dan ontstaat er stilte, ruimte
voor de geboorte van een nieuw woord.

image

Middeleeuwse ivoren bisschopsstaf, Victoria & Albert Museum, Londen (UK) © Lawrence Lew, OP