Article header background
Terug naar overzicht
Michael-Dominique Magielse
image

Sacramentsdag:
Corpus Christi

Het moet ergens tussen 1259 en 1264 zijn geweest toen de grote theoloog en dominicaan Thomas van Aquino zich terugtrok in het Italiaanse Orvieto, een uur rijden ten noorden van Rome. Hij vergezelde paus Urbanus IV die Thomas had gevraagd om teksten te schrijven voor het officie – het getijdengebed - voor het feest van Corpus Christi. Sacramentsdag noemen we het ook wel, dat vandaag wordt gevierd, de tweede zondag na Pinksteren. In dat prachtige middeleeuwse stadje blijkt de theoloog Thomas een ware poëet en schrijft hymnes en kantieken die voor altijd de liturgie voor dit feest zullen kleuren, zoals het Pange lingua en het Lauda Sion.

Het heeft misschien iets vervreemdend dat nu we net met Pinksteren de Paastijd hebben afgesloten alweer weer terug zijn bij dat bijzondere moment, vlak vóór Pasen, Witte Donderdag. De avond voor zijn sterven houdt Jezus maaltijd met zijn leerlingen. Hij eet en drinkt met ze, voor de laatste keer. Hij deelt brood en wijn met hen. Het brood dat Jezus breekt duidt hij als zijn lichaam, de beker met wijn als verwijzend naar zijn bloed. Beide tekens het lichaam en zijn bloed verwijzen naar Jezus die zijn leven zal geven op het kruis. Doorheen het evangelie heeft Jezus al gezinspeeld op wat hem te wachten staat. Zijn lijden en dood heeft hij diverse keren aangekondigd, maar slechts met woorden, hij doet het nu ook met de tekenen van brood en wijn, zijn lichaam en bloed. We vieren dat met Witte Donderdag en nu weer: is dat niet dubbelop?

Een beetje wel misschien, maar toch hebben beide dagen een ander en eigen karakter. Met de plechtigheden van Witte Donderdag beginnen we het Paastriduüm, het lijden, de dood en verrijzenis van de Heer staan centraal. We gedenken dat Jezus met het laatste avondmaal de eucharistie instelde. Op Sacramentsdag, dat we vandaag vieren, staat toch vooral de werkelijke aanwezigheid van Christus in het sacrament van de eucharistie centraal.

Uit het 'Adoro te devote'


Ik aanbid met eerbied U, verborgen God,die hier onder tekens waarlijk Zich verschuilt

Daarnaast brengen de lezingen vandaag nog een ander accent aan het licht. In het evangelie horen we Jezus zeggen als hij de beker aanreikt aan zijn leerlingen: “Dit is mijn Bloed van het verbond, dat vergoten wordt voor velen.” (Mc 14, 24). Met zijn bloed, vergoten op het kruis, sluit Jezus een verbond met ons. In de eerste lezing uit het boek Exodus worden we herinnerd aan een eerder verbond, dat God met het volk sloot. In het Oude Testament wordt het verbond gebruikt om de relatie tussen God en zijn volk uit te drukken. Het is Mozes die de woorden en geboden van de Heer bekend maakt en het volk antwoordt resoluut: "Alle woorden die de Heer tot ons gesproken heeft, zullen we onderhouden." (Ex. 24, 3). Zo toont Israël zijn toewijding om te leven in het Verbond dat de Heer hun voorstelt. Om dit te bekrachtigen, gebruikt Mozes bloed, een symbool van leven, want het verbond verbindt zich aan het leven. Hij sprenkelt een deel ervan over het altaar, dat God symboliseert, en met het andere deel besprenkelt hij het volk.

Dit verbond is een voorafbeelding van het nieuwe en definitieve verbond dat zou worden opgericht door het bloed van Christus: die zijn leven heeft gegeven uit liefde. Elke eucharistie is een herdenking van dit Nieuwe Verbond dat een nieuwe gemeenschap met God tot stand brengt, dankzij het bloed van Hem die onze zonden uitwist, dat wil zeggen: die door zijn bloed alles verwijdert wat ons verhindert te leven in volledige gemeenschap met God. In dat Laatste Avondmaal biedt Jezus zichzelf aan als gave voor de wereld: zijn lichaam gegeven en zijn bloed bloed vergoten. In het Pange Lingua dicht Thomas van Aquino:


Op de avond voor zijn lijden,
ligt hij met zijn broeders aan
en nadat met d’oude spijze
Mozes’ wetten is voldaan,
reikt hij hun de nieuwe schotel,
biedt zichzelf als spijze aan.’

(strofe uit Pange Lingua)

image

Het is een spijze, zo dierbaar en zo kostbaar. Maar zijn we daar ons ook altijd wel van bewust? In de eucharistie komt Jezus onder ons aanwezig, hij wil bij ons en met ons zijn. Durven wij hem in ons leven toe te laten? Durven wij ons leven aan hem toe te vertrouwen? Durven we hem centraal te stellen in ons even? Als de communie tijdens een eucharistieviering wordt uitgereikt, ontvangen we de Heer, maar kunnen we hem dan niet alleen ontvangen, maar ook in eerbied en dankbaarheid aanbidden? Hij die ons leven draagt, met zijn vreugde en verdriet en die ons het leven geeft door onze zondelast te dragen. Op Sacramentsdag worden wij als Jezus’ leerlingen en volgelingen weer even met onze neus op de feiten gedrukt. De eucharistie is niet zomaar een zondagsritueel, het elke keer opnieuw een gedachtenis en actualisering van dat ene Laatste Avondmaal waarin Jezus zich geeft aan ons, opdat wij mogen leven. Die bijzondere gave, dat Sacrament aanbidden we op deze dag in het bijzonder.

Buiten de teksten voor die Thomas van Aquino schreef voor Sacramentsdag, is er nog een andere hymne die aan hem wordt toegeschreven: Adoro te devote

Adoro te devote, latens Deitas,
Quæ sub his figuris vere latitas;
Tibi se cor meum totum subjicit,
Quia te contemplans totum deficit.

Ik aanbid met eerbied U, verborgen God,

die hier onder tekens waarlijk Zich verschuilt:

aan U onderwerpt zich heel en al mijn hart,
want U schouwend weet ik dat het niets vermag.

In deze hymne of dit gebed komt Thomas’ enthousiasme voor de eucharistie naar voren die hij in zijn Summa de ‘grootste van alle sacramenten’, ‘het teken van hoogste liefde’, en ‘beschermer van onze hoop noemt’. Laten we het voorbeeld van Thomas volgen en juist op deze Sacramentsdag de Heer met eerbied aanbidden!