Paus Benedictus XVI vangt de geest van dit moment mooi in woorden: “De ware grootheid van Maria ligt in het feit dat zij God wil verheerlijken, niet zichzelf. Ze weet dat haar leven niet draait om zelfvervulling, maar om zich in dienst te stellen van Gods plan.” Deze woorden brengen Maria’s reis naar Elisabeth diep tot leven. Terwijl zij met spoed haar reis maakt, doet zij dat niet uit persoonlijke ambitie of gewin, maar uit een onwankelbare toewijding om Gods wil te vervullen. Ze is bereid haar eigen comfort en veiligheid opzij te zetten om een ander te dienen, juist omdat zij zich bewust is van haar rol in Gods grotere plan. Dit is een essentieel aspect van Advent: het is niet alleen een tijd van wachten op Gods handelen, maar ook een tijd van actieve deelname aan dat plan door daden van liefde en solidariteit.
In deze Advent kunnen we onszelf uitdagen om niet alleen naar degenen te kijken die onze aandacht zoeken, maar ook naar de onopgemerkten, degenen die misschien geen zichtbare nood tonen. Maria toont ons dat de dienst aan anderen niet altijd luid of opvallend is, maar vaak het meest ingrijpend is in de momenten van stille aanwezigheid en eenvoudige gebaren.
Wie in ons leven roept ons uit om meer dan oppervlakkige hulp te bieden?
Wanneer Maria aankomt, ontsteekt haar groet een moment van diepe vreugde. Deze vreugde is niet zomaar persoonlijk geluk; het is revolutionair, geboren uit de erkenning dat Gods beloften worden vervuld. Elisabeth roept uit: “Gezegend bent u onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw schoot.” Bij deze groet springt Johannes op in de schoot van Elisabeth, als teken dat hij zelfs in de moederschoot de aanwezigheid van Christus herkent.
Deze vreugde weerklinkt in de profetie van Micha, waar de kleine stad Betlehem wordt onthuld als de geboorteplaats van vrede: "Hij zal vrede zijn" (Micha 5, 4). De vreugde van Elisabeth is niet alleen de hare; het is de vreugde van heel de schepping die de komst van de Verlosser verwacht. Zoals theoloog Jürgen Moltmann schrijft: “Ware hoop is geen blinde optimisme, maar de bevestiging van een toekomst die al in het heden doorbreekt.” Deze vreugde daagt ons uit om na te denken over hoe wij leven in hoop, zelfs als we het hele plaatje nog niet kunnen zien. Op welke manieren anticipeert onze vreugde op Gods beloften en wordt ze een getuigenis van Zijn transformerende werk?
De ontmoeting tussen Maria en Elisabeth is niet zomaar een familiereünie; het is een heilige ontmoeting.
Elisabeth, vervuld van de Heilige Geest, herkent Maria als “de moeder van mijn Heer.” In dit nederige huis in het bergland komen Gods beloften tot leven. De profetie van Micha vindt hier een echo: de heerser die zijn volk in vrede zal weiden is al hier, hoewel verborgen in de schoot van een jonge vrouw.