In onze tijd moeten veel mensen eveneens in omstandigheden van dreiging of onrecht zoeken naar heilzaam leven gericht op het goede. Ieder van ons krijgt daar zijdelings ook mee te maken. Hoe dan te handelen?
Misschien kunnen de hoofdpersonen van vandaag ons daarbij inspireren.
Jezus is net als alle andere Joden op weg naar Jeruzalem, de heilige stad (Hieros), de stad van Salem, sjaloom Jerus sjalem. De stad van het visioen van Gods goedheid.
Je zou denken: een vreugdevol gebeuren.
Maar dat hapert al op bij de openingszin: ‘Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg’.
De pelgrims moeten eerst Betanië aan doen. Dat stadje ligt aan de droge kant van de bergen. Het regent er vrijwel nooit. ‘Bet oni’, ‘huis van ellende’ heet het daarom. Maar de goede hoorder weet dat die beeldtaal verder strekt. De weg naar Jeruzalem, de stad van vrede, loopt via het lijden. Dat weet ook de lijdende knecht uit het lied van Jesaja. Een andere weg is er niet….
De leerlingen voeren de opdracht van Jezus uit om een ezelsveulen ‘los te maken’. In zijn opgang naar Jeruzalem zal Jezus geen paard van aanzien berijden, maar dit dier van de dienstbaarheid..
Omstanders vragen natuurlijk waarom ze het veulen los, vrij maken. Hun antwoord is: ‘de Heer heeft het nodig’. De Heer, dat is hier de Eeuwige zelf. Ze maken het veulen vrij van de praktische dienstbaarheid van alledag om zijn werk aan de weg van Gods bevrijding te kunnen doen.
Dat klinkt prachtig. Maar een ezel is ook het lastdier waarop vroeger verslagen koningen werden rondgedragen en ‘afgevoerd’. Jezus ‘afgang’ is er dus ook mee aangezegd. De weg naar Jeruzalem, de stad van vrede loopt dus via de dienstbaarheid naar de ‘afgang’, het sterven. Een andere weg is er niet.
Toch staat Jezus feestelijke processie als Gods gezondene te wachten, Een binnengaan in de stad van vrede. Zo wordt hij bij de intocht ook toegezongen: ‘Gezegend hij die komt in de naam van de Heer’. De mensen die hun mantels afleggen en uitspreiden herkennen in hem de Gezondene. Ze leggen met hun mantels hun oude leven af om zijn weg van Gods liefde te gaan. Maar of ze de gevolgen van hun keuze vermoeden blijft onduidelijk.