Vandaag vieren we Allerheiligen. En misschien is het juist die verborgenheid die de ware heiligen markeert—niet die van wie de namen boeken vullen of wiens gezichten beelden sieren, maar diegenen van wie het leven stil gevuld is met liefde. De buur die vergeeft, de ouder die zich opoffert voor zijn kind, de collega die volhoudt, de vriend die luistert. Misschien zien we het niet maar hun leven stroomt vol van genade.
In het Evangelie van vandaag horen we de zaligsprekingen (Mattheüs 5:3-12). Het zijn geen regels, het is geen lijst van deugden om mee te pronken. Het is een visie van het Koninkrijk, een kaart van het hart. Zalig de armen van geest, de zachtmoedigen, de barmhartigen, de vredestichters, wie vervolgd worden om de gerechtigheid. Zalig zij wier goedheid vaak onopgemerkt blijft, wier heiligheid stil stroomt vanuit het hart.
Hierin schuilt het geheim. De zaligsprekingen roepen ons op te handelen uit liefde, niet voor het applaus.
“Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet” (Mattheüs 6:3). Heiligheid is geen voorstelling, geen show; het is trouw in het gewone, het verborgene, het alledaagse. Als een stroom die onzichtbaar onder de aarde loopt, voeden deze daden de wereld stilletjes, zonder aandacht op te eisen.