Na mijn bezoek aan een bouwmarkt kreeg ik een mail met de vraag of ik tevreden was en een beoordeling wilde geven. Ik klikte op het aantal sterren en kwam vervolgens op een site waar ik een aantal vragen moest beantwoorden, bijvoorbeeld over de prijs-kwaliteitverhouding of deskundigheid van medewerkers. Herkenbaar? Vast wel.
We vergelijken graag.
We doen het bij het kiezen van een nieuwe kleding, maar ook bij mensen. Van jongs af aan krijgen we cijfers op school—en omdat een 10 meer is dan een 6, lijkt de ene leerling beter dan de ander. We groeien op met het idee dat vergelijken helpt om keuzes te maken en succes te meten. Dat vergelijken merken we niet alleen op school of bij dienstverleners, maar bijvoorbeeld ook als we onze prestaties op het werk naast die van collega’s leggen, of als we sociale media doorlopen en zien wat anderen bereiken. Het is een gewoonte die in vele aspecten van ons dagelijks leven doorsijpelt.
Toch kan dit vergelijken ons parten spelen, zeker wanneer we luisteren naar het evangelie van vandaag.
Onze sympathie gaat vaak onverdeeld uit naar de ‘underdog’, naar de man die in deemoed zijn schuld belijdt. Daardoor besteden we nauwelijks nog aandacht aan de Farizeeër. Door onszelf te vergelijken met de Farizeeër missen we misschien de kans om naar ons eigen gedrag te kijken; we plaatsen ons automatisch aan de kant van de tollenaar en vergeten kritisch naar onze eigen houding te kijken.
Laten we daarom wat beter kijken naar wat het evangelie hierover zegt. In het evangelie vertelt Jezus een gelijkenis. Twee mensen gaan naar de tempel om te bidden: een Farizeeër en een tollenaar. De Farizeeër doet alles wat van hem gevraagd wordt, en zelfs meer. Hij geeft tienden van olie, koren en wijn—zoals verplicht was—maar ook van alle kruiden die hij gebruikte. Hij vastte meerdere dagen per week en gaf veel geld weg. Het kostte hem een rib uit zijn lijf. Hij wilde zelfs boeten voor de zonden van het volk.
Al die inspanningen volbracht hij uit edele motieven; hij wilde niet zo oppervlakkig zijn als alle andere mensen. Hij wilde als vriend van God leven en had daar veel voor over. De Farizeeër is een waardevolle getuige. Hij was gewoon een goed mens en hij dankte God ervoor dat hij zo mocht leven en niet zomaar een oppervlakkig leven leidde zoals veel mensen dat doen.