Vlak vóór een naderend afscheid wil iemand nog zoveel zeggen.
Hij is er helemaal vol van. Hij zou nog uren kunnen spreken. Maar dat is ondoenlijk. De toehoorders kunnen het simpelweg niet bevatten. Het wordt gewoon teveel. Daarom zegt Jezus: Maar wanneer HIJ komt, de Geest der Waarheid, dan zal HIJ je tot de volle waarheid brengen.
Want het zal zeker doorgaan. Je staat volop in een proces. Wij ook: wij staan in een immense, eeuwen-omvattende beweging. Ik denk aan al het christelijke denken, al het gelovige spreken en schrijven en bidden en liturgie vieren. Van al die gelovige mensen overal op aarde, de eeuwen door.
Gelovige mensen hebben ook voortdurend studie gemaakt van de Schriften. Hoe je het zou kunnen verstaan. Hoe je het allemaal zou kunnen zeggen. Hoe je daarop verder kunt doordenken. De geloofsgemeenschap heeft grote waarheden proberen vast te leggen. In mensenwoorden natuurlijk. In woorden van hun tijd.
Maar altijd stonden zij, en staan wij voor het immense mysterie. Wij staan altijd voor de Onnoembare, de Onzienlijke, de Verborgene, de Levende. Woorden en beelden schieten tekort.
Zo komt de belijdenis van de Drie-ene God uitdrukkelijk naar voren in de klassieke prefatie van deze dag:
Heilige Vader, machtige, eeuwige God, om recht te doen aan Uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal, door Christus onze Heer.
Met Uw veelgeliefde Zoon en met de heilige Geest zijt Gij één God en onze enige Heer.
Wat wij weten en geloven van U Vader, dat weten en geloven wij ook van Uw Zoon en van de heilige Geest.
En wij belijden dat Gij God zijt, eeuwig, waarachtig en getrouw.