Article header background
Terug naar overzicht
Erik Borgman
image

Pinksteren

In de Handelingen van de apostelen komen we vaker groepjes gelovigen tegen, op wie de Heilige Geest nog niet is neergedaald.

image

Fotokrediet : Lawrence Lew op

In Efeze zegt zo’n groepje zelfs tegen Paulus: ‘Wij hebben nog nooit van het bestaan van een Heilige Geest gehoord’ (Hand. 19,2). Paulus legt de mensen in Efeze de handen op, en ‘zij spraken in talen en profeteerden’, staat er dan (Hand. 19,5) Het spreken in talen, ook wel spreken in tongen genoemd, is het teken dat zij in een volstrekt nieuwe logica zijn opgenomen. Zij worden de verklankers van een voor aardse oren onverstaanbare taal die overgaat in profetie. De eigenheid van de profetie is dat het de aanwezigheid van God in de wereld ziet en verkondigt. Dat is wat de Geest mogelijk maakt.

Om dit proces van omvorming gaat het in het geloof. Zoals Paulus zelf die, als hij wordt aangesproken, drie dagen niet kan zien, omdat hij alle coördinaten kwijt is en volkomen is losgeraakt van de logica die zijn leven eerder ordende en hem de leerlingen van Jezus deed vervolgen. Het is niet voldoende om Jezus te gedenken en te geloven dat wat Hij heeft gezegd en gedaan van God getuigt. ‘Ik verzeker jullie’, zo belooft Jezus in het Johannesevangelie, ‘wie in Mij gelooft, zal de daden die Ik verricht, ook zelf verrichten; ja zelfs nog grotere (Joh. 14,12).

Zien, spreken en doen in de lijn van hoe Jezus zag en wat Hij zei en deed omdat Hij het woord van God is en het licht van de wereld: daar gaat het om bij de komst van de Heilige Geest. De Geest neemt mensen op in een logica die geheel anders is dan de logica die in onze wereld geldt. De Geest laat ons daarvanuit denken en leven. ‘Heiligen in de waarheid’, noemt Jezus dat zelf in het Johannesevangelie (Joh. 17,17).

De Heilige Geest heiligt ons in Gods waarheid.


Het Johannesevangelie laat Jezus zien als iemand die voortdurend in beelden tegen zijn leerlingen spreekt. Hij handelt in wat de evangelist ‘tekenen’ noemt. Maar, zo belooft Jezus dan, er komt een uur dat Hij niet langer in beelden zal spreken en zich vrijmoedig en onomwonden zal uitdrukken over God zijn Vader (16,25). Dat is wat Jezus voorspelt in het evangelie dat we op deze dag lezen. Als de Heilige Geest komt, de Helper, worden Jezus’ woorden doorzichtig, wordt helder hoe zij op onze situatie slaan en onthult zich hoe God de bron is van zowel onze wereld en de grondslag van onze geschiedenis, en hoe God spreekt en handelt in de woorden en de daden van Jezus.


Het Pinksterverhaal brengt dit in één beeld bij elkaar: Als de Heilige Geest neerdaalt, hoort iedereen de apostelen spreken in de eigen taal. Zoals gezegd wordt:

Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Cappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier wonende Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren.

Zo horen zij niet alleen spreken over de grote daden van God, die grote daden worden als het ware present gesteld. Ze gebeuren in zekere zin hier en nu opnieuw. Dat wat ooit de wereld veranderde van degenen die het meemaakten, spreekt de toehoorders aan en verandert hun wereld.
Zoals een muziekstuk of een gedicht zich ineens voor ons kan openen en zo het leven kan doen oplichten als ruimte van betekenis, van authentieke waarde.

image

Fotokrediet : Lawrence Lew op

Nu werd zelfs op die eerste Pinksterdag in Jeruzalem niet iedereen overtuigd door wat er gebeurt. De één vroeg zich verwonderd af wat dit te betekenen had, maar anderen zeiden spottend: ‘Ze zitten vol wijn’ (Hand.2,12-13). Zelfs al zie je het voor je ogen gebeuren, het blijft altijd moeilijk te geloven dat in de woestijn bloemen en planten groeien, dat ook in een oorlog mensen trouwen en er kinderen worden geboren. Nog moeilijker is het te geloven dat dit goed en betekenisvol is. De Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas (1906-1995) heeft erop gewezen dat er tot in het holst van de zinloosheid en het kwaad gebaren zijn van wat hij ‘kleine goedheid’ heeft genoemd. In dergelijke gebaren van betekenisvolle goedheid, groot of klein, en in het zien van degelijke gebaren, manifesteert de Heilige Geest zich.

De Geest zorgt dat de traditie met haar verhalen en beelden de concrete situatie hier en nu raakt, in haar hunkering naar betekenis en perspectief, haar verlangen naar leven en liefde en zin. De Geest zorgt dat het niet blijft bij de overtuiging dat er wel een God moet zijn en dat Jezus een grote historische figuur is geweest die een belangrijke boodschap verkondigde. De woorden en daden van Jezus worden dankzij de Geest de toegang tot de betekenis van de wereld. Zo zegt Jezus het in het evangelie van Johannes (14,26): ‘De Helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn Heilige Geest, zal jullie in alles onderrichten.’

In alles? De Italiaans-Duitse theoloog Romano Guardini (1885-1969) maakt in zijn klassieke meesterwerk Der Herr (1937) duidelijk dat dit een voortdurend proces van leren en afleren is, van vorming en omvorming. Hij schrijft:

Telkens weer dient zich de vraag aan of Christus dan werkelijk zo groot is dat Hij de maatstaf van alles kan zijn, of de wereld werkelijk tot Hem kan ingaan, Hem kan binnengaan […] Naarmate echter het denken volhardt, ervaart het dat de liefde tot Christus werkelijk […] de categorie is waarin alles gegrondvest is, het coördinatensysteem van het denken waarin alles zijn waarheid verkrijgt.

De Geest laat door de Gezalfde Jezus als lens steeds verder ontdekken hoe alles van God is en bestaat in zijn liefde. Een liefde die ons, volgens de apostel Paulus, geen rust laat (2 Kor. 5,14), maar ons een hoop geeft die niet teleurstelt, omdat het de aanwezigheid is van Gods Geest in ons (Rom. 5,5).

En als God voor ons is, wie zou dan tegen ons zijn (Rom. 8,31)?!

image

Fotocrediet : AdobeStock