Article header background
Terug naar overzicht
Erik Borgman
image

Zestiende zondag door het jaar

Gastvrijheid is naar Bijbelse overtuiging een belangrijke deugd.

image

Fotocrediet : Lawrence Lew op

De Hebreeënbrief zegt zelfs dat ‘door haar … sommigen zonder het te weten engelen onthaald’ hebben (Hebreeën 13,2). De schrijver van deze brief baseert zich hierbij op de tekst uit het boek Genesis die we vandaag lezen. Hij had ook kunnen schrijven dat gastvrijheid de kans geeft zonder het te weten God de Ene te onthalen. De drie mannen die Abraham en Sara bezoeken worden immers aangeduid als ‘de Ene’. Een met hun drieën: er is daarom een voorafbeelding in gezien van de drie-eenheid van God als Vader, Zoon en Geest.

Het verhaal maakt echter bovenal duidelijk dat Sara en Abraham dankzij hun gastvrijheid hun toekomst openen. De ontvangen mannen voorspellen het ontvangen van nageslacht en inderdaad, op de door hen genoemde tijd wordt Isaak geboren (Genesis 21,2-3).

Gastvrijheid die vruchtbaar is en toekomst geeft:

het staat op dit moment nogal haaks op het maatschappelijke klimaat. Velen zijn bang dat gastvrij ontvangen van vreemden onze toekomst juist bedreigt, ofwel omdat zij vrezen dat het betekent dat wij schaarse middelen met meer mensen moeten delen en dat zij daar de dupe van worden, ofwel omdat de aanwezigheid van het vreemde onze – Westers, zegt men dan vaak, Joods-christelijke soms ook – cultuur zou bedreigen. De Bijbelse suggestie is echter dat het ontvangen van het vreemde onze cultuur versterkt en verrijkt en dat we ons over dreigende schaarste niet teveel zorgen hoeven te maken. Over een rechtvaardige verdeling wel, uiteraard. Maar wat zouden we moeten met rijkdom aan geld en goederen als er straks niemand is om het mee te delen? Wat hebben wij eraan dat we onze zorgkosten misschien wel kunnen betalen, maar er geen mensen zijn om zorg te verlenen? Lukt het ons dan nog om onszelf wijs te maken dat we net zo lief door robots worden gewassen en aangekleed?

Ook degenen die pleiten voor meer gastvrijheid van onze Lage Landen, blijken de neiging te hebben degenen die naar ons toekomen als kosten- en mogelijke lastposten te zien. Alsof zij bevangen zijn door de geest van Marta in het evangelie van vandaag. Marta ontvangt Jezus, maar klaagt vervolgens dat het zorgen voor Hem zoveel werk is en haar zuster Maria haar daar alleen voor laat opdraaien. Je hoort Jezus haast zeggen dat het allemaal niet nodig is en haar zeggen: ‘Het is geen moeite hoor’, terwijl ze onder zuchten en steunen datgene aansleept wat volgens haar cultuur bij gastvrijheid hoort.

Zo komt niet degene die zij ontvangt centraal te staan, maar wat zij als gastvrouw meent te moeten doen.

Ik kan mij Jezus’ voorkeur voor Maria goed voorstellen. Voor haar staat Hij immers centraal. Wat hij aan inzichten meebrengt vindt zij interessant genoeg om haar plichten te vergeten en zich te verheugen in wat haar geschonken wordt.

image

fotocrediet : Lawrence Lew op

Kunnen we in degenen die naar ons toekomen de gaven zien die zij naar Bijbelse overtuiging zijn?

Op bezoek in de Verenigde Staten zei paus Franciscus in september 2015 in een toespraak tot het Congres: ‘Als we veiligheid willen, laten we dan veiligheid bieden; als we leven willen, laten we dan leven geven; als we kansen willen, laten we dan kansen bieden.’ Veiligheid, leven, kansen: je kunt ze niet vasthouden. Je kunt ze uiteindelijk alleen maar krijgen. Wij zouden ons daarom moeten inspannen de mogelijkheden om te krijgen zo groot mogelijk te maken. Dat wil zeggen dat we anderen niet als last zien, maar als gevers. En dat wij onszelf niet zien als eigenaars, maar als ontvangers.

Ook wij zijn ontvangers van gastvrijheid.

‘Wie mag er gast zijn in uw tent?’, vroegen we in de tussenzang met Psalm 15. We zijn gasten in Gods huis, gasten zelfs op Gods aarde. De aarde is niet onze eigendom en we mogen er niet mee doen wat we willen. Dat we dat feitelijk wel vaak doen, zou logischerwijze onze verbanning moeten betekenen. Dat we niet worden verdreven, danken we uitsluitend aan Gods barmhartigheid. Steeds opnieuw geeft Hij ons de kans opnieuw te beginnen, met onze medeplichtigheid aan boze plannen te breken en niet langer bedrog te plegen met onze tong, dat wil zeggen niet mee te doen met verhullend taalgebruik, laat staan meedoen met het verkondigen van leugens. De dominicanenorde heeft ‘Veritas’ als devies, ‘Waarheid’. De inzet de waarheid te achterhalen en uit te dragen, lijkt in onze post truth-cultuur essentiëler dan misschien wel ooit. Waarheid is van belang, juist ook als zij pijnlijk is en ons confronteert met onze schuld. Dat we inzien hoe we eraan bijdragen dat de wereld voor meer mensen onveilig wordt, hun leven wordt bedreigd en zij zo minder in plaats van meer kansen krijgen voor zichzelf en hun naasten een fatsoenlijk bestaan op te bouwen. Dat onze aarde verder wordt aangetast in plaats van gerepareerd.

De apostel Paulus maakt ons duidelijk dat we het vermogen om te ontvangen ook zelf ontvangen hebben en steeds verder moeten ontvangen. Het komt voort uit het geheim dat ons volgens Paulus bewoont. Dat geheim is Christus, zegt hij, Christus als ‘hoop op de heerlijkheid’ (Kolossenzen 1,27). Dat wil zeggen: Christus als uitziend naar het moment waarop zijn koninkrijk is doorgebroken en God alles in alles zal zijn. Deze beweging is ingezet met zijn verrijzenis, zijn hemelvaart en het neerdalen van de Heilige Geest.

Wij zien uit naar de voltooiing ervan doordat Hij in ons uitziet naar de voltooiing ervan en ons zo opent om te verkrijgen wat er nog aan ontbreekt.

Als wij deze opening tenminste niet weer afsluiten door ons vooral heel druk te maken over wat wij moeten doen om van betekenis te zijn en te deugen in de ogen van onze spraakmakende tijdgenoten. Veel parochies en geloofsgemeenschappen die serieus nemen dat het niet goed gaat met de kerk en inzien dat er verandering nodig is, zijn vooral druk met het bedenken van nieuwe, naar zij hopen aantrekkelijke activiteiten. Zouden we in plaats daarvan niet eerst de situatie moeten ontvangen en rustig onder ogen zien? Zouden we de pijn van de kerkverlaters, de moedeloosheid van jongeren en de angst van ouderen dat ze misschien wel heel hun leven op het verkeerde paard hebben gewed, niet allereerst met Abraham een plaats moeten bieden om te rusten, de voeten te wassen en wat te eten voor het vervolg van de reis? Gespitst op wat de Geest in en doorheen gezegd wordt tot de kerken blijkt te zeggen. Wie weet waar we dan zwanger van blijken te worden.

image

Fotocrediet : AdobeStock