De Hebreeënbrief zegt zelfs dat ‘door haar … sommigen zonder het te weten engelen onthaald’ hebben (Hebreeën 13,2). De schrijver van deze brief baseert zich hierbij op de tekst uit het boek Genesis die we vandaag lezen. Hij had ook kunnen schrijven dat gastvrijheid de kans geeft zonder het te weten God de Ene te onthalen. De drie mannen die Abraham en Sara bezoeken worden immers aangeduid als ‘de Ene’. Een met hun drieën: er is daarom een voorafbeelding in gezien van de drie-eenheid van God als Vader, Zoon en Geest.
Het verhaal maakt echter bovenal duidelijk dat Sara en Abraham dankzij hun gastvrijheid hun toekomst openen. De ontvangen mannen voorspellen het ontvangen van nageslacht en inderdaad, op de door hen genoemde tijd wordt Isaak geboren (Genesis 21,2-3).
Gastvrijheid die vruchtbaar is en toekomst geeft:
het staat op dit moment nogal haaks op het maatschappelijke klimaat. Velen zijn bang dat gastvrij ontvangen van vreemden onze toekomst juist bedreigt, ofwel omdat zij vrezen dat het betekent dat wij schaarse middelen met meer mensen moeten delen en dat zij daar de dupe van worden, ofwel omdat de aanwezigheid van het vreemde onze – Westers, zegt men dan vaak, Joods-christelijke soms ook – cultuur zou bedreigen. De Bijbelse suggestie is echter dat het ontvangen van het vreemde onze cultuur versterkt en verrijkt en dat we ons over dreigende schaarste niet teveel zorgen hoeven te maken. Over een rechtvaardige verdeling wel, uiteraard. Maar wat zouden we moeten met rijkdom aan geld en goederen als er straks niemand is om het mee te delen? Wat hebben wij eraan dat we onze zorgkosten misschien wel kunnen betalen, maar er geen mensen zijn om zorg te verlenen? Lukt het ons dan nog om onszelf wijs te maken dat we net zo lief door robots worden gewassen en aangekleed?
Ook degenen die pleiten voor meer gastvrijheid van onze Lage Landen, blijken de neiging te hebben degenen die naar ons toekomen als kosten- en mogelijke lastposten te zien. Alsof zij bevangen zijn door de geest van Marta in het evangelie van vandaag. Marta ontvangt Jezus, maar klaagt vervolgens dat het zorgen voor Hem zoveel werk is en haar zuster Maria haar daar alleen voor laat opdraaien. Je hoort Jezus haast zeggen dat het allemaal niet nodig is en haar zeggen: ‘Het is geen moeite hoor’, terwijl ze onder zuchten en steunen datgene aansleept wat volgens haar cultuur bij gastvrijheid hoort.
Zo komt niet degene die zij ontvangt centraal te staan, maar wat zij als gastvrouw meent te moeten doen.
Ik kan mij Jezus’ voorkeur voor Maria goed voorstellen. Voor haar staat Hij immers centraal. Wat hij aan inzichten meebrengt vindt zij interessant genoeg om haar plichten te vergeten en zich te verheugen in wat haar geschonken wordt.