De zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren is een beetje een stille zondag. Jezus is hemelwaarts getrokken en zijn Pinkstergeest is nog niet verschenen. De jonge Kerk voelt zich verlaten, verlamd. Maar… er komt beweging in. Het eerste wat men doet is het apostelaantal weer op peil brengen: men kiest een vervanger voor Judas. De jonge christenheid put die nieuwe veerkracht uit het gebed. Die gebedstrouw hebben zij overgenomen van Jezus die – zo blijkt uit de evangelielezing – geregeld tot zijn Vader bad, ook voor zijn vrienden.
Liturgische voorstellen
Voor sommige onderdelen worden meerdere suggesties aangeboden,
zodat die teksten kunnen gekozen worden die het best aansluiten bij het thema van de homilie.
Van de toegestuurde teksten zijn ons de auteurs niet altijd bekend.
Waar dit wel het geval is, worden ze uitdrukkelijk vernoemd.
Welkom in deze viering
waarin wij de Hemelvaart van de Heer gedenken.
Moge wij hier in zijn Geest elkaar nabij zijn,
zodat wij Hem in ons midden kunnen ontvangen
in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
De kern van ons christen-zijn, waar het eigenlijk om draait, is geen litanie van dingen die we moeten of niet mogen doen. Geen waslijst van vastgelegde regels, of geen opsomming van waarden die we best zouden nastreven…. De kern van ons christen-zijn is die ene grote Boodschap van Jezus van Nazareth: ‘Mens, wie je ook bent, God ziet je graag, onvoorwaardelijk, zoals je bent.’ Die centrale ervaring van het evangelie, zich bemind te weten, vormt de dynamiek van ons christen-zijn, want die ervaring geven wij door aan elkaar, niet omdat we moeten, maar omdat we het gewoonweg niet kunnen laten.
Op deze vijfde zondag van Pasen ontmoeten wij Jezus als de ware Wijnstok, door God zelf aangeplant en gekweekt. Willen wij vrucht dragen, dan zullen wij – koste wat kost – met die Wijnstok verbonden moeten blijven. ‘Los van Mij’, zo zegt Jezus ons vandaag: ‘kunt gij niets!’