Vandaag bevinden wij ons in het midden van een ervaring van twijfel, zoals deze ons verteld wordt in het verhaal van Thomas. Een mysterieus personage, deze Thomas, over wie we weinig weten – op zijn ongelovigheid na, natuurlijk. Verbazingwekkend is het detail dat telkens wordt aangehaald wanneer hij wordt vermeld: Thomas, van wie de naam betekent ‘tweeling’. Maar van wie is hij de tweeling?, zo mogen we ons met recht en rede afvragen.
Kloosterpreken
Preken uit de diverse kloosters, huizen en dominicaanse plaatsen in België en Nederland
Wanneer ik koppels hoor vertellen over hun eerste ontmoeting, ben ik steeds geraakt door de diversiteit aan verhalen, ook al lijken jeugdbewegingen het belangrijkste huwelijksbureau van het land te blijven. Of het nu op kamp was, tijdens een avondje uit, op een barbecue, op het werk, door middel van een app op de smartphone, de eerste ontmoeting is uniek voor elk koppel.
Wanneer ik koppels verloofden voorbereid op hun huwelijk, zeggen velen dat ze wensen te huwen in de kerk omdat ze zich kunnen vinden in de christelijke waarden. Bijgevolg is dan de vraag wat maakt dat iets een specifiek christelijke waarde is. Want vóór Christus deelden mensen al een geheel aan menselijke waarden, die op geen enkele manier christelijk waren, aangezien Christus nog geen mens was geworden in onze wereld. Sommigen zullen zeggen dat de kerk zich in de loop der eeuwen zekere menselijke waarden heeft eigengemaakt en deze heeft gekerstend, wat wil zeggen dat ze deze is gaan uitleggen met Christus’ leven als vertrekpunt. Nochtans hebben nieuwe waarden hun intrede gedaan met de komst van Christus en dient men te erkennen dat in de loop der eeuwen deze aanvaard en ingeburgerd zijn geraakt in vele samenlevingen en culturen. Christenen, evenals mensen van andere levensbeschouwelijke overtuigingen, delen deze waarden en stellen zich zelfs geen vragen meer over hun oorsprong.
Zo’n twintig jaar geleden heb ik tijdens een zondagsviering een verbazende, ja, zelfs bevreemdende ervaring meegemaakt. Voor mij, zat een jongen die niet ophield me indringend aan te kijken. En dat vanaf het begin van de eucharistie. Het was onmogelijk aan hem te ontsnappen. Telkens wanneer mijn blik over de mensen heen ging, kruiste deze de zijne. Het stoorde me, omdat ik niet begreep waarom zijn blik met zulke intensiteit en fixatie op mij rustte. Ik moet u bekennen dat er best wat kwade gedachten door mijn geest zijn geflitst tijdens het eucharistisch gebed, toen ik moest vaststellen dat hij me nog steeds aankeek. In mij voelde ik zenuwachtigheid opkomen. Groot was dan ook mijn verbazing toen ik ontdekte, bij het uitreiken van de communie, wanneer hij zich omdraaide om opnieuw naar zijn plaats te gaan, dat hij hoorapparaten droeg. Vanaf het begin van de Mis had hij mijn lippen gelezen. Op dat moment begreep ik waarom hij me zo intens had aangekeken. Door zijn ogen kon hij me horen. Hij was doof.